INtelligentie, volgens wikipedia

Als ik op het internet zoek naar Intelligentie krijg ik de definities van een eerdere blog. Wikipedia vertelt mij uitgebreid het volgende:

Intelligentie is een mentale eigenschap met veel verschillende functies zoals de mogelijkheid overeenkomsten en verschillen op te merken in waarnemingen, zich in de ruimte te oriënteren, te redeneren, plannen te maken, problemen te doorgronden en op te lossen, in abstracties te denken, ideeën en taal te begrijpen en te produceren, informatie op te slaan in het geheugen en daar weer uit op te halen en te leren van ervaringen. Ook bij hogere diersoorten als chimpansees zijn vermoedelijk bepaalde functies van de intelligentie zoals taalbegrip werkzaam die vergelijkbaar zijn met die van mensen.

Aangeboren slimheid of intelligentie wordt ook wel aangeduid als begaafdheid of talent. Intelligentie is ten slotte een kenmerk van de persoonlijkheid. Bij de een is de intelligentie, of zijn bepaalde facetten van de intelligentie, sterker ontwikkeld dan bij de ander. Zo kan bijvoorbeeld de een makkelijker een taal leren en de ander zich sneller oriënteren in een ruimte. Hierbij spelen de sociale achtergrond, opleiding en cultuur echter een belangrijke rol.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Intelligentie

David Wechsler, de Amerikaanse psycholoog die de Wechsler intelligentietests (WISC) ontwierp, definieerde intelligentie als: Intelligentie is het vermogen doelgericht te handelen, rationeel te denken en effectief met de omgeving om te gaan.

Twee Nederlandse intelligentieonderzoekers, Wilma Resing en Pieter Drenth, omschreven het begrip intelligentie in een uitgave voor een breed publiek in 2001 als een conglomeraat van verstandelijke vermogens, processen en vaardigheden, zoals:

  • abstract, logisch en consistent kunnen redeneren,

  • relaties kunnen ontdekken, leggen en doorzien,

  • problemen kunnen oplossen,

  • regels kunnen ontdekken in schijnbaar ongeordend materiaal,

  • met bestaande kennis nieuwe taken kunnen oplossen,

  • zich flexibel kunnen aanpassen in nieuwe situaties,

  • zelfstandig kunnen leren, zonder directe en volledig instructie nodig te hebben.

Deze omschrijving heeft veel gemeen met de soorten van intelligentie die de Amerikaanse psycholoog Robert Sternberg heeft onderscheiden.

Een aantal Amerikaanse psychologen, zoals Robert SternbergHoward Gardner en Daniel Goleman hebben later vanuit een andere invalshoek het begrip intelligentie willen verbreden en nuanceren door aandacht te vragen voor soorten van intelligentie die met de gewone intelligentietests niet goed zijn vast te stellen.Zo ontwikkelden

Gardner het concept meervoudige intelligentie

Sternberg drie vormen van intelligentie: analytische, synthetische (of creatieve) en praktische intelligentie.

Gardner wil alleen spreken over intelligenties, in meervoud, omdat mensen goed kunnen zijn in de ene vorm van intelligentie en minder goed in de andere. Zo onderscheidt hij maar liefst zeven vaardigheden waarin iemand meer of minder intelligent kan zijn:

- taal

- wiskunde

- muziek

- intermenselijke relaties

- ruimtelijke oriëntatie

- lichaamsbeheersing

- zelfkennis

Maar in grote lijnen worden door leken en onderzoekers vaak drie grote componenten van intelligentie onderscheiden: analytische intelligentie, praktische intelligentie en sociale en emotionele intelligentie.

Vorige
Vorige

visies op intelligentie

Volgende
Volgende

een hoogbegaafde heeft een hoog iQ, is dus intelligent,…maar wat is eigenlijk intelligentie?